Een oncologiefysiotherapeut houdt zich bezig met de fysiotherapeutische behandeling en het coachen van patiënten met kanker. De klachten die kankerpatiënten ervaren, kunnen het gevolg zijn van de ziekte zelf of van de medische behandelingen. Voorbeelden van klachten zijn: stug littekenweefsel, pijn, spanningsklachten, stijfheid van gewrichten en spieren, vochtophoping, spierzwakte, conditieverlies en vermoeidheid.
De vier verschillende fases
De therapie richt zich tijdens de medische behandeling (curatieve fase) op het behouden van de kracht en conditie.
Onderzoeken tonen aan dat de vermoeidheidsklachten verminderen als de patiënt tijdens de medische behandeling traint. De training heeft ook een bewezen positief effect op de kortetermijnbijwerkingen van de chemotherapie, zoals misselijkheid. Door de conditie op peil te houden treden minder vaak restklachten op na de chemotherapie.
Onze oncologiefysiotherapeut geeft ook advies en oefeningen om de langetermijneffecten van chemotherapie en bestraling te beperken.
De training bestaat uit een combinatie van kracht en cardiotraining. Het trainingsschema wordt individueel afgestemd op de persoonlijke doelen en conditie van de patiënt.
In de herstelfase gaat het om herwinnen van beweeglijkheid en controle over de activiteiten van het dagelijkse leven.
Na de operatie en bestraling bij borstkanker bijvoorbeeld, kunnen de spieren van de borst en armen vaak verkorten en in kracht afnemen. Tijdens de therapie trainen we bewust deze spieren. Bij longkanker ligt de nadruk op het trainen van de grote spiergroepen om vermoeidheid te verminderen en bijvoorbeeld traplopen weer (beter) mogelijk te maken.
De training vindt idealiter twee keer per week plaats om de conditie meerdere keren per week te prikkelen. De patiënt krijgt persoonlijke oefeningen mee om thuis uit te voeren. Kniebuigingen (squats) zijn bijvoorbeeld goede oefeningen om thuis grote bovenbeenspieren te trainen.
Voor kankerpatiënten die de medische behandeling hebben afgerond, biedt Fysiotherapie Oudegracht al 15 jaar een speciaal programma, Herstel & Balans.
De oncologiefysiotherapeut kan de patiënt ook tijdens de palliatieve fase en de terminale fase van de ziekte ondersteunen.
Deze fase begint op het moment dat de patiënt te horen krijgt dat genezing niet meer mogelijk is en dat de behandeling niet meer gericht is op genezing. Kwaliteit van leven staat centraal in de palliatieve fase.
De oncologiefysiotherapeut kan helpen de conditie zoveel mogelijk op peil te houden om zolang mogelijk een actief leven te leiden.
De therapie kan bestaan uit een trainingsschema op de praktijk waar de patiënt blijft werken aan conditie en kracht. Het doel is om zo lang mogelijk de activiteiten te blijven doen die voor de patiënt belangrijk zijn: werk, huishouding, wandelen, fietsen, et cetera.
Blijven bewegen is in de palliatieve fase vaak goed mogelijk en het geeft een prettige afleiding voor lichaam en geest. De therapeut zal bij twijfel altijd overleggen met de behandelend arts voor een veilige training.
Wanneer de fysieke klachten toenemen richt de therapie zich vooral op het verlichten van de pijn, met massages en bijvoorbeeld houdingsadviezen. De therapeut is meer coach dan trainer geworden en ondersteunt met tips voor de dagelijkse activiteiten, zoals lopen met een hulpmiddel (stok of rollator). Deze tips kunnen worden gedeeld in de gezinssituatie en de therapeut kan de therapie thuis aanbieden.
De oncologiefysiotherapeut kan de patiënt ook tijdens het laatste stadium van de ziekte ondersteunen, de terminale fase.
De oncologiefysiotherapeut kan de klachten helpen verlichten in de laatste fase van de ziekte (terminale fase). De therapie kan bijvoorbeeld bestaan uit:
De wensen van de patiënten (juist wel willen blijven bewegen bijvoorbeeld) worden verwerkt in een persoonlijk therapieprogramma.